Het uur is gekomen
Het openbare leven van Jezus begint met de bruiloft te Kana waar de wijn op is. Maria grijpt in en spreekt haar zoon aan. Zijn antwoordt is niet van het vriendelijkste: “Vrouw, wat is er tussen u en Mij, nog is mijn uur niet gekomen”. Maar toch gaat Hij in op het verzoek van zijn moeder. Als zijn uur gekomen is klinkt het heel anders: “Zie daar uw moeder, zie daar uw zoon”. En krijgt de ‘vrouw’ van toen de eretitel van het moederschap over de leerlingen van toen en nu.
Het uur is bepalend in de zending van Jezus. Hij bereidt het grondig voor in zijn verkondiging, in de gesprekken die Hij heeft met de leerlingen en ook de wonderen getuigen al van het ‘uur’. Volgende zondag horen wij in het evangelie: “Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. (…) Ni is mijn ziel ontroerd. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader verheerlijk uw Naam”.
Het ‘uur’ van de waarheid, van de weg en van het leven! In dit uur openbaart God zijn liefde door de verheerlijking van zijn Zoon. Wij kijken naar het kruis en zien de lijdende, stervende en dode Christus met de wonden over heel het lichaam en de schande van het kruis. Maar de Vader én de Zoon zien iets helemaal anders: zij zien de verheerlijking!
Op de berg Tabor hadden drie van de leerlingen dit al gezien en het was prachtig! Nu is het definitief: de Mensenzoon wordt verheerlijkt! Maar eerst moet de graankorrel sterven in de aarde om veel vrucht voor te brengen.
Heel Jezus’ zending is gefocust op dit ‘uur’. Jezus is klaar, zijn zending is volbracht, groter kan de liefde niet zijn. Terwijl de omstaanders roepen en tieren: “Weg met Hem, aan het kruis met Hem”, terwijl er gedobbeld wordt, te schande gemaakt, verraden, geslapen en verloochend wordt, bereidt Jezus zich voor op het uur waarop de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Dat is de wil van de Vader en die wil moet geschieden voor Jezus en voor alle mensen van alle tijden. Zijn ‘uur’ is ook het onze want omdat Hij dit uur niet uit de weg is gegaan, delen wij in zijn heerlijkheid, ook al hebben wij er niets voor gedaan! Zo ver gaat de liefde van God, zo heerlijk is de verheerlijking!